Theun Talsma, onmisbaar voor het eiland
In een kleine gemeenschap als Schiermonnikoog, waar vele eilanders naast hun dagelijkse werkzaamheden ook nog vrijwilligerswerk doen, is Theun Talsma zo op het eerste gezicht geen uitzondering. Maar schijn bedriegt. Want er is een verschil tussen vrijwilligerswerk en je hele leven inrichten op het redden en verzorgen van zieke vogels en zeezoogdieren die aanspoelen op het strand. Dit alles naast het onderhouden van de Eendenkooi, welke cultuurhistorisch verbonden is aan de Kooiplaats en waar Theun is aangesteld als kooiker door het ministerie van LNV. (Landbouw, Natuur en Visserij). De kooikers zijn overigens nooit eigenaar geweest van de Eendenkooi. Tegenwoordig is Natuurmonumenten de beheerder van de Eendenkooi.
Theun Talsma, geboren in 1936, viert deze zomer (2021) zijn 85e verjaardag. Ik word op een natte en frisse voorjaarsdag door Theun en zijn vrouw Margo allerhartelijkst ontvangen met thee en koeken. Theun is wel blij met al die regen, want de natuur heeft na al die jaren van droogte wel wat te verduren gehad. Vanuit het keukenraam hebben we goed zicht op alle nestkastjes die hij zelf heeft getimmerd en zien we hoe verschillende vogelsoorten in-en uitvliegen om hun jonkies van voedsel te voorzien. We zitten aan de keukentafel van de boerderij, waar hij is geboren en getogen, de kachel brandt en geeft een behagelijke warmte af. Theun begint langzaam te vertellen:
“Mijn ouders kwamen in 1927 naar Schiermonnikoog nadat mijn vader had gesolliciteerd op een advertentie in de krant waarin werd gezocht naar een pachter voor de boerderij en een beheerder van de Eendenkooi. In die tijd werden de gevangen eenden nog gebruikt om in een levensbehoefte te kunnen voorzien, want ze werden verkocht aan een poelier aan de wal.” Theun legt uit dat het vangen van eenden met een eendenkooi wetenschappelijk bewezen beter is dan met een geweer. Geen verstoring, geen lood of hagel, geen aangeschoten dieren en je kon eventueel selectief vangen door de bonte eenden en te veel woerden weg te vangen.
Theun Talsma groeit op in een gezin met 5 jongens. Twee van zijn broers hebben gevaren bij de walvisvaart op de Willem Barentsz, 1 broer is geëmigreerd naar Canada en zijn broer Jaap ging op het gemeentehuis aan het werk als ambtenaar. Theun zou na zijn militaire dienst bij de politie gaan. Politie op zee dat leek hem wel wat. Hij had alle benodigde papieren op zak, echter de dag voordat hij naar de wal zou vertrekken om aan de opleiding te beginnen kreeg hij last van gewetensbezwaar. Hij wilde zijn vader niet alleen achterlaten op de boerderij, dus hij bleef. Theun werd boer en nam ook de kennis en vooral liefde voor het ambacht van kooiker van zijn vader over.
Tijdens de Pasen, kort na de overstroming in 1962, was Margo in haar jonge jaren met 5 vriendinnen vanuit Bodegraven op vakantie op Schiermonnikoog. Ze logeerden in vakantiebungalow De Dukdalf aan het Karrepad. Op zondag zaten ze met z’n vijven in de kerk toen ook Theun Talsma daar zat met zijn maten Jilt Visser en Gerrit Vlasma. De volgende dag melden de jongens zich voor een kop koffie bij de Dukdalf en daar sloeg de vonk over. Theun is in het jaar dat volgde regelmatig op zijn Vespa heen en weer naar Bodegraven gereden om zijn lief te bezoeken. De boten voeren toen nog op tij, dus slechts 1x in de 6 uur.
Na een jaar heeft hij Margo “geringd” zoals hij zo graag mag zeggen en zijn ze getrouwd. Margo kwam op de boerderij te wonen, waar toen gelukkig al wel stromend water en elektriciteit was, maar nog geen douche. Men vond op de boerderij dat dat wel in orde gemaakt moest worden als Margo zou komen, “dus kwam er een douche” vertelt Margo glimlachend. Ze kregen samen 4 kinderen.
Om af en toe even achter de koeien weg te kunnen trok Theun vroeger af en toe met paard en wagen naar het strand. Tot de 60-er jaren kon dat vanaf de Kooiplaats nog direct via de stuifduik, later reed hij langs de boerderij van Holwerda over de Prins Bernardweg. Tegenwoordig rijdt hij in een auto van Zeehondencrèche Pieterburen. Geen overbodige luxe want sinds mensenheugenis is Theun Talsma hét aanspreekpunt op Schiermonnikoog als het gaat om aangespoelde en zieke zeezoogdieren. Zo vond Theun al eens dode koeien, een paard, een dolfijn, vele zeehonden en talloze vogels zoals zeealken, zeekoeten, Jan van Gents en meer. Theun zorgt ervoor dat de dode beesten door de gemeente geruimd worden of worden opgestuurd naar Wageningen voor onderzoek. De zieke zeezoogdieren worden door hem naar de vogelopvang gebracht en zeehondjes gaan naar de zeehondencrèche in Pieterburen.
Vooral bij noordenwind spoelen de meeste zieke en dode dieren aan. Maar ook de meeste rommel zoals viskisten, netten, touwen en jerrycans. Hout en planken is al lang verleden tijd op het strand. Alles wordt praktisch met grote containerschepen vervoerd. Als er van alles aanspoelt en er dus iets te jutten valt kun je Theun op het strand vinden. Op de boerderij is al het gejutte hout al die jaren altijd goed van pas gekomen tijdens verbouwingen. Theun noemt het een vorm van recyclen, wanneer je dingen tegenkomt die voor de ene als rommel wordt beschouwd, maar die je na een opknapbeurt nog prima kunt gebruiken en bovendien hoort het niet in de natuur te liggen. Ook jassen, sportschoenen, computerspelletjes, tuinsets, krukjes en matrassen spoelden aan. Waarvan ook een deel tijdens de containerramp met de Ms Zoë
Tekst: @Jacqueline Mulder
Foto's: @Romy Dam