In het midden van de 17e eeuw bestond de beroepsbevolking van Schiermonnikoog grotendeels uit zeevarenden. Veel eilander families vertrokken richting havenplaatsen, zoals Rotterdam. Hierdoor zag de middenstand op het eiland de inkomsten dalen. Buureiland Borkum was zich inmiddels in rap tempo aan het ontwikkelen richting badplaats en diverse notabelen op Schiermonnikoog zagen daar ook wel brood in.
Waar het de familie Stachouwer nog aan financiële middelen ontbrak, zag de volgende eigenaar van het eiland mr. John E. Banck mogelijkheden. Zo liet hij een eenvoudig paviljoen bij de vuurtoren bouwen, kocht een schip voor de zomerverbinding Groningen-Schiermonnikoog en stelde een lijst samen met kamers van eilanders die geschikt waren voor de verhuur. Bovendien wist mr. Banck investeerders van buitenaf te interesseren om een luxe Badhotel te bouwen, die in 1887 feestelijk geopend werd.
Schiermonnikoog kwam steeds meer als badplaats in het nieuws. Ook de volgende eigenaar Graaf von Bernstorff stimuleerde Schiermonnikoog als vakantieverblijf.